Weg met dakloosheid!

In mijn woonplaats Amersfoort brandde afgelopen weekend een flat af. Gevolg: het huis was volledig onbewoonbaar. De huurster en haar inwonende vriend mochten twee nachtjes in een hotel en moesten zich verder zelfstandig zien te redden. Tot overmaat van ramp bleek de huurster onverzekerd, dus niets zou worden vergoed. Ze was alles kwijt. Op RTV Utrecht kwam een buurvrouw aan het woord die als vanzelfsprekendheid verklaarde welke hulp ze het stel wilde bieden. Ook zou ze in de buurt geld gaan inzamelen, zodat er t.z.t. nieuwe meubels en apparatuur kon worden aangeschaft. Dat vond ik mooi. Sociale samenhang in buurt en wijk is allang niet meer wat het geweest is, maar dit was een prachtig geval van zorg voor je naaste in de praktijk. Desondanks werd duidelijk dat dit stel weinig mogelijkheden had. Ze waren wanhopig en leken nauwelijks een idee te hebben waar ze terecht konden.

Tijdens de rest van deze maandag dacht ik af en toe aan deze nieuwste thuislozen van Amersfoort. Waar waren ze nu? Misschien kon ik iets doen? Zouden ze een sociaal netwerk hebben? Vrienden of familie waarbij ze een poosje kunnen logeren? Of moesten ze zich vanavond bij Stichting Iks aanmelden? Zouden ze de nacht tegen wil en dank moeten doorbrengen in een daklozenopvang?...

Vanmiddag zag ik hetzelfde nieuwsitem nogmaals op tv. Er was een nieuwtje aan toegevoegd: wooncoörperatie De Alliantie had besloten om de huurster in kwestie per direct een alternatieve woning aan te bieden! Ze waren er vandaag al gaan kijken!

Hiep hiep hoera! Weg met dakloosheid!

Parool: "SP komt op voor daklozen"

Uit het Parool, 13 augustus 2010

AMSTERDAM - SP-gemeenteraadslid Maureen van der Pligt protesteerde vrijdagochtend met een spandoek bij het leegstaande stadsdeelkantoor op de Koninginneweg tegen het tekort aan daklozenopvang.


Foto: Dingena Mol

Volgens Van der Pligt neemt het aantal mensen dat opvang nodig heeft toe. ''Het is nu nog nijpender, omdat in de zomer het stoelenproject, de laagdrempelige nachtopvang voor daklozen, gesloten is.''

De SP wil dat voor iedere daklozen opvang mogelijk is. ''In Amsterdam leven nog altijd zo'n 2500 dak- en thuislozen. Ondanks allerlei beloften dat er voldoende opvang zou komen, hebben zij nog steeds niet allemaal een plek om te slapen. Het is nu lekker weer, dus dan kun je denken 'ze kunnen wel buiten slapen', maar daar krijgen ze een boete voor.''

Volgens Van der Pligt staat het 'opjaagbeleid' haaks op het tekort aan opvang.

Lees hier het hele artikel.

Cocaïne en kleurplaten

Dakloos, drugsverslaafd, gedragsproblematiek en een verstandelijke beperking. Ofte wel: een meervoudige diagnose. Een grote uitdaging voor iedere daklozenwerker. Waardoor? Hoe pakken we dit aan? Ik ging hierover in gesprek met een deskundige.

Enkele jaren geleden was ik als medewerker van een nachtopvang aanwezig bij een netwerkborrel in een café in Amsterdam, waar medewerkers van het Leger des Heils, Jellinek, Mentrum en de GGD elkaar ontmoetten. Daar luisterde ik een gesprek af dat een collega van mij voerde met Jan Gilhuis. Het gesprek ging over de problematiek van verslaafde daklozen met een licht verstandelijke beperking. Dit thema kreeg steeds sterker mijn interesse. In 2005 schreef Jan Gilhuis een artikel over dit onderwerp, getiteld ‘Tussen wal en schip’, met als doel de problematiek van de groep daklozen met een verstandelijke beperking, een verslaving èn psychiatrie of gedragsproblemen onder de aandacht van hulpverlenend Amsterdam te brengen. Jaren later is de situatie rondom deze cliëntengroep nog steeds actueel, relevant én zorgelijk.

Jan Gilhuis?
Jan Gilhuis werkt bij de Jellinek in Amsterdam, als sociaal psychiatrisch verpleegkundige en hoofdbehandelaar. Zijn takenpakket bestaat onder meer uit het screenen van de cliënten van het team JOT, allen verslaafd en vaak dakloos, op psychiatrie en verstandelijke beperkingen. Vanuit deze positie komt Jan regelmatig in aanraking met cliënten met een meervoudige diagnose, waarvan de diagnose LVG, licht verstandelijk gehandicapt, een extra problematische wending aan de situatie van de betreffende cliënt geeft.

Cijfers en feiten
Hoe groot is de groep verslaafde daklozen met een licht verstandelijke beperking in Amsterdam? “Exacte aantallen kan ik niet geven. In Amsterdam, als ik kijk naar het team waar ik verantwoordelijk voor ben, vallen er 240 mensen onder het daklozenteam en bij 60 daarvan hebben we een diagnose of een vermoeden van LVG. Bij deze mensen is de verstandelijk beperking bevestigd of zeer waarschijnlijk. En er zijn nog veel mensen niet in beeld. Het team waar ik verantwoordelijk voor ben biedt hulp aan dak- en thuislozen, maar er zijn ook veel verslaafde mensen met een verstandelijke beperking die zich wel aardig redden. Die bijvoorbeeld trouw naar hun dagbesteding gaan op een sociale werkplaats of in het groen, maar daarnaast dagelijks bijvoorbeeld flink blowen of drinken.”

Kenmerkend
Wanneer jullie vermoeden dat er een verstandelijke beperking speelt, waar worden deze vermoedens dan op gebaseerd? “Wij kijken niet alleen naar de problemen in het heden, maar ook naar vroeger. Bijvoorbeeld het schoolverleden van de persoon... Zat iemand op een school voor moeilijke lerende kinderen? Dan weet je direct al veel meer. Ook de eigen indruk van de casemanagers is belangrijk. Wat valt op bij de begeleiding? Komt iemand zijn afspraken na? Merk je dat iemand moeilijk naar de toekomst kan kijken? Komt iemand veelvuldig vanwege kleine vergrijpen in aanraking met politie? Daar kijken wij naar. Je zou kunnen stellen dat je in Nederland haast moeite moet doen om dakloos te raken.”

Is de kans op dakloosheid bij mensen met een licht verstandelijk beperking groter? “Ja. Wat opvalt, is dat de zelfredzaamheid van deze groep veel beperkter is. Dit wordt nog versterkt wanneer er ook sprake is van verslavingsproblematiek. Een ander aspect dat meespeelt bij hoe makkelijk iemand in de problemen komt en dakloos raakt, is zijn sociale netwerk. Veel van de mensen die ik tegen kom hebben geen contact meer met ouders of andere familie, dat heeft mij erg verbaasd. In sommige gevallen ervaren zij hun hulpverlener haast als familie. Of, wat je ook ziet, is dat hun sociale contacten oppervlakkig zijn, dat ze zelf moeilijk kunnen afwegen hoe waardevol of kwalitatief hun relatie met een ander is.”

Draaideurtjes
Als één van de indicaties om te onderzoeken of er een beperking bij een cliënt speelt, noemde je de vraag of iemand regelmatig met de politie in aanraking komt. Wat maakt dat deze groep daar zo gemakkelijk mee in de problemen komt? “Het gaat vaak om kleine criminaliteit. Overlast, wildplassen, winkeldiefstalletjes. Dan staat iemand per ongeluk net meteen stukje folie in zijn handen als de politie langskomt. Een gebruikershulpmiddel, dus. De beste man wordt verteld dat dit niet is toegestaan, waarop je warempel een verbaasde reactie kunt krijgen en een dag later gebeurt weer hetzelfde. Een andere man die ik ken werd vijf keer kort na elkaar met een blik bier op de Dam aangetroffen. Zo krijgen ze boete op boete. Wat ook voor komt, is dat er van hen misbruik wordt gemaakt door anderen. Zo ken ik er een paar die vanwege drugssmokkel vast zitten in het buitenland. Ze hebben dan werkelijk geen idee wat ze meenemen, heel naïef.”

Mannen en vrouwen
Kun je iets vertellen over de verschillen tussen mannen en vrouwen binnen deze groep? “Ja. Wat in de eerste plaats opvalt, is dat vrouwen met een verstandelijk beperking en eventueel ook een verslaving vaak heel snel voor loverboys en pooiers vallen. Ze vallen voor hulpverlening en politie minder snel op, omdat ze minder vaak op straat lopen, terwijl hun situatie intussen wel enorm ernstig is. Zo heb ik nu een casus op mijn bureau liggen van een meisje, uit een Nederlands gezin, vader is alcoholverslaafd, moeder is verstandelijk beperkt. Na ruzies thuis vertrekt ze naar Rotterdam. Daar komt ze al snel in aanraking met mannen die haar cocaïne aanbieden. Ze raakt cokeverslaafd, wordt misbruikt en raakt erg beschadigt. Uiteindelijk komt ze in beeld van politie en hulpverlening, krijgt ze een rechterlijke machtiging en wat blijkt? Ze heeft een IQ van 50. In het hulpverleningstraject gaat het gesprek op zeker moment over haar hobby’s, waarop zij aangeeft dat ze kleurplaten zo leuk vindt. Het contrast tussen het leven dat zij op straat heeft moeten leven en wie zij in werkelijkheid is kan haast niet groter…”

Hoe kan zoiets worden voorkomen? “Ja, dat ligt moeilijk. In geval van een belast gezin kan dit wel vroegtijdig worden gesignaleerd, bijvoorbeeld als zo’n meisje van huis wegloopt kan er direct aan opsporing worden gedaan, maar juist omdat dakloze vrouwen vaak bij mannen in huis worden genomen in ruil voor diensten in natura, vinden veel van deze misstanden achter een gesloten deur plaats. Zie er dan maar eens achter te komen.”

Leerbaarheid
Hoe leerbaar zijn dakloze LVG-ers met een verslaving eigenlijk? Is een regulier hulpverleningstraject afdoende? “Vaak niet. Wat we in de hulpverlening merken is dat het lastig is dat deze mensen moeilijk een verband kunnen leggen tussen het verleden en hoe ze nu zijn. Terwijl dat verband juist vaak sterk aanwezig is in de vorm van trauma’s en dergelijke. Om daar echt mee aan het werk te gaan, daar heb je toch een bepaald denkniveau voor nodig.”

In hoeverre is er minder ziektebesef? “Nou, vaak weten ze wel dat er is van alles mis is, maar kunnen ze het niet goed benoemen. Soms hoor ik hen dingen zeggen in de zin van: ‘Ik ben 30 en ik heb nog steeds geen woning! Ik moet nu toch wel een woning hebben? Daar heb ik toch recht op?’ Het lukt dan niet om door te denken over de vraag waarom ze geen woning hebben.”

Uitdaging
Wat is er nodig om deze groep goed te kunnen helpen? “Het allerbelangrijkst vind ik een hele gestructureerde woonsetting. Veilig onderdak. Met bijvoorbeeld de absolute zekerheid dat er geen dealers of verstokte gebruikers kunnen binnen komen. Daarnaast zijn bezigheden heel belangrijk. Dagbesteding is absoluut essentieel. Iemand die clean is en zich verveelt, gaat snel weer denken aan de drugs of alcohol.”

Is zo’n woonsetting er nu in Amsterdam? “Nou, nee. Het is complex. Cordaan en Amsta hebben verschillende voorzieningen voor mensen met verstandelijke beperkingen, maar vaak zijn mensen met een verslaving daar niet welkom. Aan de andere kant kunnen woonvoorzieningen die gericht zijn op mensen met psychiatrie en verslaving weinig met dat lage niveau van de LVG-ers. Ook binnen de verslavingszorg die gericht is op afkicken passen LVG-ers niet goed. Het zijn mensen die als ze clean zijn vaak snel terugvallen wanneer zij bijvoorbeeld van een kennis een bolletje krijgen aangeboden. Om nog maar te zwijgen over de opleiding van hulpverleners binnen de verslavingszorg of psychiatrie, die vaak niet zijn voorbereid op cliënten met een verstandelijke beperking; dat is echt een aparte tak van sport.”

Wat zijn belangrijke competenties voor een hulpverlener van mensen met een verstandelijke beperking en een diagnose op verslaving en psychiatrie? “Meerdere dingen zijn van belang. Ze moeten bijvoorbeeld kunnen insteken op het niveau van deze mensen, gemakkelijke woorden gebruiken, niet heel veel informatie in één keer geven, heel veel geduld hebben. Ze moeten rust kunnen creëren. Een aandachtspunt bij deze groep is dat vasthouden aan afspraken en een hulpverleningsband opbouwen vaak lastig is. Voorbeeld: of ze komen niet op de afspraak, of ze komen een uur te vroeg. Het belang dat ze aan tijd hechten is anders, ze snappen niet altijd waarom dat belangrijk is.”

Ligt hier in Amsterdam een taak voor de gemeente en de hulpverleningsinstanties? “Ja, absoluut. De afgelopen jaren is er in de stad een flinke inhaalslag gemaakt met betrekking tot onderdak en langdurige huisvesting voor daklozen. Maar met deze groep lukt het maar niet. We zien dat daar nu aan wordt gewerkt, er is tegenwoordig een grotere alertheid. Ook zien we verschillende interessante samenwerkingsverbanden. Bijvoorbeeld met Cordaan. Ook zijn er initiatieven speciaal voor doelgroep van de SGVLG, Sterk Gedragsgestoorde Licht Verstandelijk Gehandicapten. Bij het Leger des Heils zijn er plannen voor een nieuwe Domus voor deze groep, maar het vinden van een gebouw blijft moeilijk. Ook hebben het Leger des Heils en Cordaan projectmanagers voor LVG aangesteld, bij de ISD is de problematiek geconstateerd en wordt er tegenwoordig ook meer aandacht aan besteed en ook reclassering is bezig met een speciale afdeling voor deze mensen. Maar uiteindelijk staat of valt het met de mogelijkheden voor stabiel en gestructureerd onderdak en dagbesteding voor deze mensen. Dit neemt echter veel tijd in beslag. En ja, gezien de schrijnende situatie van deze mensen mogen we hier best een beetje haast mee maken.”